Op de middelbare school moest ik een jaar overdoen en kwam zodoende bij mijn zusje in de klas. Mijn zusje zag er leuk uit en was hierom bij de jongens tamelijk populair. Het gevolg was dat ik plotseling opvallend veel ‘nieuwe’ vrienden kreeg. De vrienden zagen in mij de mogelijkheid bij uitstek met mijn zusje in contact te komen. De vriendinnen van mijn zusje hadden overigens totaal geen interesse in haar schuchtere, langharige broer. Het was een komen en gaan van ‘vrienden’.
Eén van mijn nieuwe vrienden woonde bij ons in de buurt en was een nogal vasthoudend type. De jongen in kwestie had overigens wel een heel leuk buurmeisje zodat ik zijn gezelschap tolereerde. Niet dat ik de illusie had dat zij ook maar iets in mij zou zien maar je wist per slot van rekening maar nooit.
De kandidaat, zoals ik hem vanaf nu zal noemen, was van Indonesische afkomst en, evenals de rest van zijn familie, behoorlijk klein van stuk. De geringe lichaamslengte bracht met zich mee dat de lampen, met name de kroonluchter in de gang, bij hen thuis veel te laag hingen. Bij mijn eerste bezoek aan de kandidaat raakte ik met mijn haren in de kroonluchter verstrikt waarop ik het armatuur zowat van het plafond rukte. Vanaf dat moment was het oppassen geblazen want voor je het weet laat je een spoor van vernieling achter. En dat was niet de bedoeling want de kandidaat had naast het buurmeisje ook een grammofoonplaatje waar ik mijn oog op had laten vallen. ‘I’m going home’ van Ten Years After en wel in een korte studio uitvoering. Het was dus zaak om toch nog even vrienden met hem te blijven.
Naast het singletje had de kandidaat ook een paar LP’s waaronder één van Genesis, voor alle duidelijkheid, in de oude bezetting. Deze bombastische muziek sprak mij toen ook wel aan en ik overwoog om een plaat van de band aan te schaffen. Het probleem was dat ik niet wist welke plaat ik bij de kandidaat gehoord had. Omdat ik ouder was, langer haar had en toch ook enige afstand tot hem wilde bewaren leek het mij niet juist te vragen om welke plaat het nou eigenlijk ging. Dat zou mijn status als grote broer naar mijn mening behoorlijk aantasten. Dan maar op goed geluk een plaat van Genesis gekocht.
In de lokale platenzaak stonden ze allemaal. Genesis was in die tijd behoorlijk populair. ‘Selling England by the pound’ was net uitgebracht en was toen wat aan de prijs. Ik heb na lang wikken en wegen ‘ Nursery Crime’ dan maar gekocht. Waarschijnlijk vanwege de hoes, een schilderij van een meisje dat croquet speelt waarbij de ballen zijn vervangen door poppenkoppen. Ook de prijs van de plaat zal een rol gespeeld hebben. Achteraf bleek het niet de plaat van de kandidaat maar deze was misschien nog wel beter.
Na verloop van tijd werden de bezoekjes van de kandidaat minder. Mijn zusje negeerde hem alsof hij een besmettelijke ziekte onder de leden had en hij zag gelukkig het zinloze van zijn missie in. Na hem op de valreep toch nog het singletje ontfutseld te hebben is hij nooit meer bij ons thuis gesignaleerd.