al weken staat deze plaat van Jona Lewie op mijn schrijftafel. Ja op mijn schrijftafel, omdat ik het duitse ‘Schreibtisch’ zo veel beter vindt klinken. Het Nederlandse leenwoord bureau heeft voor mij een negatieve klank. En niet omdat ik het associeer met werk, vooral saai werk. Nee, het woord heeft een wat acreatieve uitstraling. Politiebureau, arbeidsbureau, adviesbureau, uitzendbureau misschien is de enige positieve uitzondering het reisbureau. Vooral niet te vergeten het weerzinwekkende ‘bureaucratie’ een woord dat ieder greintje van creativiteit in de kiem smoort. Ik zet mij dus aan mijn schrijftafel, waar John Lewis, alias Jona Lewie, mij al wekenlang aankijkt. De plaat is door de ‘Platengraaier’ uit de kast getrokken en de opdracht luidde ‘schrijf daar maar eens wat zinnigs over’, wat aardige wetenswaardigheden over de aanschaf van de plaat bijvoorbeeld. Welnu, dat is nog niet zo makkelijk.
Inderdaad zou het wel aardig zijn om de weersgesteldheid of mijn gemoedstoestand bij aanschaf te kunnen vermelden. Helaas laat mijn geheugen mij wat dat aangaat in de steek, ik kan mij helemaal niets herinneren. Ik heb de plaat al heel lang en af en toe draai ik hem zelfs nog. Het is de uitvoering in gekleurd vinyl. De eerste oplage was namelijk in geel vinyl geperst. Het lastige van dat geel is dat de plaat doorzichtig is zodat, wanneer je de naald ergens halverwege de plaat op een favoriet nummer wilt zetten, je deze in de verkeerde begingroef zet, die van een nummer op de achterkant. Wijsneuzen zullen nu zeggen ‘dat kan niet, want de plaat bestaat maar uit twee groeven. De groef op de voor- en die op achterzijde’. Ik blijf echter bij mijn omschrijving. Heeft niet ieder nummer recht op zijn eigen groef? Dat probleem kent de CD niet, ieder nummer heeft zijn eigen ‘putjes’ en tussen de nummers staat niets. Weer een argument dat voor de CD spreekt.
On the other hand there’s a fist. Wat bedoelt Jona daar eigenlijk mee. Op de hoesfoto staat hij met een sigaret in zijn linkerhand. Hij zou een aansteker in zijn rechterhand kunnen hebben, de hand is in ieder geval niet tot een vuist gebald. On the other hand, daarentegen, aan de andere kant. Er zou nog een zin aan vooraf kunnen gaan. Ik weet het niet, ik zou het hem bij gelegenheid eens moeten vragen.
De foto op de hoes is overigens in zwart wit. Een foto van een vriendelijke, goed geklede, Jona poserend voor heel druk behang in een doorsnee huiskamer. Niet bepaald iemand die je met een vuist in het gezicht zal slaan, maar ook niet iemand die zich de kaas van het brood laat eten. Op de achtergrond staat een vingerplant. Het lijkt de woonkamer van zijn ouders. Wat opvalt is een ingelijste single aan de muur. Mijnheer Lewis senior heeft het plaatje daar opgehangen, precies boven het kastje met de trouwfoto en de foto’s van de kinderen. De eerste gouden plaat van hun zoon John, toen hij nog als Terry Dactyl and the Dinosaurs de Engelse podia onveilig maakte. De pendule op het kastje geeft aan dat het tien over vijf is, tijd voor een kopje thee.