Natuurlijk is de provincie- hoofdstad de moeite van het bezoeken waard. Er gaat immers niets boven Groningen. In twee uur en tien minuten van Amsterdam Centraal naar Groningen, overstappen in Almere. Dat kan toch niet zo moeilijk zijn, boekje mee. Vanuit Rotterdam en Den Haag reis je zelfs rechtstreeks naar Groningen. En dan is het ook nog eens het eindstation dus er kan niet veel misgaan. Toch vindt menigeen Groningen te ver weg!
Alleen het Hoofdstation, in Groningen spreekt men van Hoofdstation, is deze reis al waard.
Wanneer je de centrale hal binnenkomt kijk dan vooral naar het plafond. Pas op voor de automatische deuren, ze klappen naar buiten en voor je het weet heb je een oplawaai van een antieke klapdeur te pakken.
De versieringen aan het plafond zijn gemaakt van papier-maché. Papier maché wordt over het algemeen geassocieerd met kleuter-, of basisschool maar het plafond in het Hoofdstation is van een ander kaliber. Het ziet er met al haar krullen en tierlantijnen indrukwekkend uit. Papier maché werd vroeger vanwege de lage kosten en het geringe gewicht wel vaker gebruikt, maar de toepassing op zo’n grote schaal als in het Hoofdstation is uniek. De rest van de hal is ook zeer de moeite waard. De “marmeren” kolommen in de hal zijn overigens van blik, ijzer en gips. Het mocht natuurlijk ook weer niet te duur worden.
Over het nieuwe stationsplein, het Stadsbalkon, ben ik wat minder te spreken. Wanneer je vanaf de Emmasingel het station bekijkt wordt het zicht op een deel van het oude station ontnomen door een modern vreemd schuin plein. Midden op deze pleinachtige staat het overbekende Peerd van ome Loeks dat al sinds 1959 op deze locatie staat. Het heeft tijdens de bouw van het plein met de onderliggende fietsenstalling een aantal jaren in een depot gestaan maar het is in al zijn glorie, met z’n kont richting het water, weer teruggekeerd. Ome Loeks staat er trots naast en kijkt langs de kont van het paard richting het Stadscentrum.
De gemeente Groningen had oorspronkelijk een andere bestemming voor het beeld, namelijk de Vismarkt, maar dit stuitte op verzet van de marktkooplieden. Vervolgens werd de NS gepolst over een plaatsing op het stationsplein. Hiermee gingen de Spoorwegen akkoord mits het dier met z’n kont naar het water zou staan, aldus geschiedde. De reiziger zou eens aanstoot kunnen nemen aan de kont van het Peerd.
Onder het plein de overvolle fietsenstalling. De stalling was tijdens de oplevering alweer te klein. Groningen is per slot van rekening een fietsstad bij uitstek en als Universiteitsstad barst het helemaal van de fietsen.
Door de stalling heen is het fietspad aangelegd. Het pad loopt schuin naar beneden zodat je met een rotvaart door de stalling kunt scheuren. Pas dan wel op want middenin de stalling is een soort minirotonde aangelegd. De onoplettende fietser kan hier een aardige smak maken. Gelukkig lig je hier dan wel droog en wanneer je weer bijkomt kijk je, mits je op je rug ligt, omhoog tegen een uit de kluiten gewassen vleermuis aan, welke daar onder een plexiglazen stolp tegen het plafond geschroefd zit.
Iedereen kan gratis gebruik maken van de stalling. Aan de stallingsduur is echter een tijdslimiet verbonden. Volgens mij mag een fiets daar maximaal veertien dagen staan. En dat houdt het personeel heel goed in de gaten. Wanneer je fiets daar langer staat krijgt de fiets een waarschuwing, een gekleurd bandje om het achterspatbord. Wanneer hij er na de eerste waarschuwing nog staat een tweede waarschuwing in de vorm van een tweede bandje maar dan in een andere kleur. Hierna wordt de fiets verwijderd en kan de rechtmatige eigenaar zijn fiets tegen betaling van een aantal euro’s weer ophalen bij een gemeente depot. Dit depot ligt niet heel ver weg van de stalling maar ver genoeg om behoorlijk chagrijnig van te worden. Dus wanneer je op vakantie gaat je fiets niet onder het Stadsbalkon stallen want als je terug bent is de fiets weg.