ooit de levensader tussen een elektrische gitaar en de versterker. Het krulsnoer stond synoniem voor kraken. En dan niet in de zin van huizen kraken maar kraken zoals de radio vroeger kraakte, mooie onvoorspelbare storing. Waar storingsgeluiden door noisebands tegenwoordig kunstmatig opgewekt worden kreeg je dat er ooit gratis en voor niets bij. Natuurlijk, het krulsnoer was niet de enige boosdoener ook de rest van het instrumentarium speelde daarin een rol.
Neem bijvoorbeeld het Apeldoornse noisepunkcollectief ‘Akku Punk Bennat’, punk in de overtreffende trap. Gebruikte naast krulsnoeren ook een zeer belabberd instrumentarium. Hoewel de sologitaristen Jeneveric en Dubbeljoepie beiden een Höfner Galaxie gitaar uit 1963 hanteerden, toch een gerenommeerd merk en voor de liefhebber van een Fender Stratocaster een fijn alternatief, zat een groot deel van de storing al in de gitaren zelf.
De gitaren zijn natuurlijk ooit storingsvrij uit de fabriek van Karl Höfner gekomen, Karl treft hierom ook geen blaam. Er zijn namelijk ook gitaristen, Chris Rea bijvoorbeeld, die nog steeds kraakvrij van deze instrumenten gebruik maken.
Neen, de heren Jeneveric en Dubbeljoepie hadden de vervelende gewoonte om tijdens de repetities op zondagmiddag veel bier over- en in de instrumenten te morsen. Niet verwonderlijk dat de gitaren al snel uit zichzelf kraakten, de krulsnoeren vermenigvuldigden de kraak tot een hels kabaal. Het gevolg hiervan was helaas dat de repetities voortdurend werden onderbroken door de politie die nieuwsgierig op het vreselijke gekraak afkwam. Deze bezoekjes werden door Kassa Henkie, slaggitarist en bewoner van de oefenruimte, op kundige wijze gepareerd. Helaas werd hij zelfs nog na de repetities lastiggevallen door zijn overspannen buurvrouw. De buurvrouw werd vanwege het luide gekraak geteisterd door slaapproblemen.
Gelukkig is het krulsnoer anno 2016 nog niet helemaal uitgestorven. Tot mijn grote vreugde zag ik C.W. Stoneking een wit krulsnoer gebruiken. C.W. Stoneking als voorprogramma van een modern soulbandje waarvan de naam me nu al weer ontschoten is. Veel in een retrosoul dozijn. Ze kunnen natuurlijk wel spelen, de blazers zijn goed maar het beklijft niet, retro cliché soul en zonder krulsnoeren natuurlijk.
Neen, dan vriend Stoneking. Witte broek, wit overhemd, dito schoenen een wit krulsnoer en een goudkleurige gitaar. Een gouden Gretsch als ik het goed heb gezien. Hij heeft het uitstekend aangepakt. Ten eerste natuurlijk zijn laatste plaat met uitsluitend fantastische liedjes, ten tweede, een geweldig meidenkoortje dat hem in ieder nummer vocaal terzijde staat. Voor aanvang van het concert was ik even bang dat hij het koortje weleens thuis gelaten kon hebben. De gebruikelijke opstelling van een band stond op het podium, geen aparte microfoons voor een koortje. Tot de band opkwam, een drumster, een bassiste, een coole saxofoniste en mr. Stoneking himself. De gitaarintro van ‘How long’ wordt gespeeld, het eerste couplet en daar is het refreintje inclusief de meisjes. Ik weet niet hoe hij het geflikt heeft. Met deze ‘girlband’ heeft hij de aandacht van de storingsgeluiden goed weten af te leiden, ik heb in ieder geval geen kraakje gehoord.