OOR

OOR bestaat 45 jaar. Hoe lang lees ik dat blad eigenlijk al. De laatste tijd nauwelijks, nooit gedacht dat de popmuziek mij gaandeweg minder zou interesseren. Ik heb jarenlang een abonnement op het blad gehad maar ik begon het bladeren vooraf in de kiosk te missen en ben daarom het tijdschrift weer los gaan kopen.

Mijn kennismaking met OOR was een exemplaar dat een vriendin van mijn zus bij zich had. Dat moet één van de allereerste OORen zijn geweest. Helaas weet ik niet meer wat er in stond. Ik mocht er dan ook niet aankomen, laat staan er in bladeren. Het was een lichte omslag, maar dat zegt niet zoveel. Speurwerk op internet leverde niets op.

In de beginperiode van OOR kocht ik af en toe de Popfoto of de Muziekexpres. In de Popfoto zaten namelijk posters, en niet van die lullige. Jimi Hendrix en de Rolling Stones hingen bij mij aan de muur. Vooral de Hendrix posters waren fantastisch, die zou ik nu direct weer ophangen.

Terug naar Muziekkrant OOR, in die tijd was het nog een krant. Dankzij het internet ben ik erachter gekomen wat mijn allereerste zelf gekochte OOR geweest is. Captain Beefheart stond op de cover dat weet ik nog. Zoeken naar Beefheart en OOR leverde nummer 12 van 19 juni 1974 op. Hij is zelfs nog te koop. Zal ik het doen, zal ik hem aanschaffen? Voor rond de 10 euro moet dat wel lukken. In 1974 kostte hij 1 gulden en 40 cent, dat was best veel voor een scholier zonder bijbaantje met een karig zakgeld. Maar met de OOR in je schooltas en iets langere haren hoorde je er in bepaalde kringen op school wel bij. De bepaalde kringen waren ongeveer vier medescholieren want zo progressief was mijn middelbare school nou ook weer niet. Hoe het ook zij, het gaf wel een stoer gevoel. Zo stoer dat ik het tijdschrift zelfs meenam naar een soort afspraakje.

Op een goede dag vroeg klasgenoot A. mij namelijk of ik hem een middag wilde vergezellen naar een recreatieplas ergens op de Veluwe. Hij had daar afgesproken met zijn vriendinnetje en dat vriendinnetje zou niet alleen komen, zij bracht voor de zekerheid ook een vriendin mee. Klasgenoot A. leek het een goed idee dat ik dan de vriendin van het vriendinnetje gezelschap zou houden. Waarom klasgenoot A. uitgerekend mij, zijn klasgenoot B., meevroeg is mij tot op heden een raadsel. Misschien verleende het bezit van OOR mij toch een bepaalde status?

De bewuste middag was aangebroken, er scheen een flets zonnetje. Samen met klasgenoot A. op de fiets naar de recreatieplas. Gelukkig was het te fris om te zwemmen. Mijn nieuwe OOR had ik, om indruk te maken, onder de snelbinder meegenomen. Bij aankomst zaten de meisjes al in het gras. Ik kende geen van beiden dus wie van de twee nu het vriendinnetje van klasgenoot A. was wist ik niet. Waarschijnlijk de leukste van de twee. Na wat stuntelig ‘hallo’ over en weer bleek mijn vermoeden juist en zat ik naast het minder leuke meisje zwijgend in het gras. Wat moet je als puber ook zeggen tegen een wildvreemd, overigens best aardig, meisje. Maar goed dat ik mijn Muziekkrant had meegenomen.